(3-2-2017) Brussel akkoord met fosfaatreductieplan

Bron: boerderij

Brussel akkoord met fosfaatreductieplan

De Europese Commissie gaat akkoord met het fosfaatreductieplan van de Nederlandse zuivelsector.

Onderstaand artikel is een update.

“Dat betekent dat we ook aan de slag kunnen gaan”, zegt staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken, direct na afloop van het gesprek met Eurocommissaris Vella (milieu), vrijdag 3 februari. De derogatie van 2017 is hiermee vooralsnog veilig gesteld, al moet Nederland voor definitief behoud van derogatie in 2017 wel de afspraken over fosfaatreductie nakomen.

Verkleining veestapel

Eindelijk is er meer duidelijkheid voor melkveehouders. Ze moeten op korte termijn aan de slag met de verkleining van hun veestapel. Per 1 maart gaat de ministeriële regeling in die dit voorschrijft. Elke twee maanden moet de veestapel een stapje terug richting de referentie-omvang. Die is gelijk aan de veestapel op 2 juli 2015 voor grondgebonden bedrijven en 4% daaronder voor niet-grondgebonden bedrijven.

Fosfaatreductie via drie sporen

Van Dam kreeg in Brussel goedkeuring voor de drie sporen van het fosfaatreductieplan: vermindering van fosfaat via het voerspoor, een stoppersregeling en de fosfaatvermindering via het zuivelplan. Dit laatste wordt vereenvoudigd tot één route op basis van grootvee-eenheden (GVE’s). Het zogeheten melkverminderingsplan, waarbij op basis van melkproductie werd gerekend, is van de baan. Hierdoor is de regeling ook van toepassing op niet-melkleverende bedrijven met melkvee. Lees meer over de drie sporen van het reductieplan onderaan dit artikel.

002_292_IMG_ANP-48721657P

Derogatie bungelt nog steeds

Brussel zei niet zomaar ‘ja’. Er ging lang en intensief overleg aan vooraf, schrijft Van Dam in een brief aan de Kamer. Het is bovendien een toestemming onder voorbehoud. Nederland moet elke maand resultaten laten zien. Anders dreigt Eurocommissaris Vella alsnog de derogatie over dit jaar weer in te trekken. Nederland wacht dan een forse boete plus verdere krimp.

Hoe reëel dit gevaar is, wordt niet helemaal duidelijk. Van Dam zegt heel bewust niet dat de derogatie binnen is en dat Nederland eerst resultaat moet laten zien. Maar volgens sectororganisaties is de derogatie over 2017 nu toch wel binnen. “Het is goed dat de Europese Commissie groen licht geeft voor de derogatie 2017, of eigenlijk de procedure over derogatie in 2017 heeft ingetrokken”, zegt Kees Romijn van LTO. Hij lijkt het dreigement van de Eurocommissaris vooral te zien als een manier om druk op de ketel te houden. NZO stelt in een verklaring ook zonder reserve dat de derogatie over 2017 wel binnen is.

Mocht het onverhoopt wel mislopen, dan heeft dat geen directe gevolgen voor de individuele veehouder. Nederland is dan in gebreke, de individuele boer kan zijn derogatie alleen verliezen als hij zich niet aan de voorwaarden houdt.

Voerspoor moét werken

De fosfaatreductie via het voerspoor was al in gang gezet. De voerfabrieken zeggen toe dat mengvoer voor melkvee gemiddeld over het hele jaar maximaal 4,3 gram per kilo zal bevatten. Ook zegt deze sector toe dat mengvoer, ofwel maximaal 4,3 kilo fosfor bevat, ofwel een fosfor-ruw eiwitverhouding zal hebben van 2,2%. Dit levert 1,7 miljoen kilo fosfaatreductie op. Als de eerste drie maanden van het jaar nog niet genoeg resultaat is geboekt (20%), dan voert de staatssecretaris op 15 mei een ministeriële regeling in om maximum gehaltes af te dwingen.

Stoppersregeling 20 februari open

De stoppersregeling zal per 20 februari van start gaan, een week later dan eerder werd verwacht. Er komen hoogstwaarschijnlijk drie inschrijvingsrondes. De eerste duurt tot en met 3 maart. De premie is dan €1.200 per koe, plus een voorschot op de waarde van het fosfaatrecht. De hoogte daarvan is nog niet bekendgemaakt.

In de volgende rondes wordt de premie steeds lager. Daar zijn twee redenen voor. Er blijft een kleiner deel van het jaar over waarin de stal leegstaat. Maar ook is het om te stimuleren dat deelnemers snel instappen, zodat snel veel resultaat geboekt kan worden.

De stoppersregeling gaat via uitvoeringsorganisatie RVO.nl lopen en moet 2,5 miljoen kilo fosfaat uit de markt halen. Voor deze subsidieregeling is in totaal €50 miljoen beschikbaar, waarvan de helft door de zuivelsector wordt gefinancierd.

003_651_IMG_Kernpuntenuitfosfaatreductieplan

Minder vee op bedrijven

De verkleining van de veestapels op de blijvende bedrijven moet 4 miljoen kilo fosfaat opleveren. Aan het opstellen van deze regeling werkt de zuivelsector wel mee, maar het wordt een ministeriële regeling en geen algemeen verbindend verklaring (AVV). Melkveehouders moeten hun melkveestapel (diercodes 100, 101 en 102) terugbrengen tot het niveau van 2 juli 2015, waarbij niet-grondgebonden bedrijven nog 4% extra moeten inleveren.

Solidariteitsheffing

Wie te langzaam krimpt, moet een heffing betalen. Maar ook wie wel het voorgeschreven krimptraject volgt, moet betalen, zij het minder. Dit wordt ook wel de solidariteitsheffing genoemd. Boeren die meer krimpen dan nodig, kunnen een bonus krijgen. Het geld daarvoor komt uit de heffingen die anderen betalen. De exacte hoogtes van de heffingen zijn nog niet bekendgemaakt. LTO verwacht vooral in de eerste twee stappen groot effect.

Uitbesteding van jongvee

Een apart hoofdstuk is de uitbesteding van jongvee.De staatssecretaris wil voorkomen dat vee wordt verplaatst naar niet-melkleverende bedrijven om de fosfaatreductie te ontlopen. Hoe precies, houdt hij nog voor zich. Dat komt in de regeling die binnenkort verschijnt.

LTO is vanwege deze kwestie blij met de ministeriële regeling, die een verdere reikwijdte heeft dan het sectorale melkverminderingsplan waar eerder sprake van was. De nieuwe regeling gaat ook gelden voor jongvee op bedrijven die geen melk leveren. Volgens Romijn worden vleeskalverbedrijven wel uitgesloten en komt er een ondergrens dat bedrijven met minder dan zes dieren uitgezonderd worden.

Ook is er sprake van een speciale regeling voor vleesveebedrijven. LTO uitte eerder afgelopen week haar zorgen over de gevolgen van de fosfaatplannen voor deze sector.

Intensieve veehouderij levert ook

Ook de intensieve veehouderij moet een bijdrage leveren. Voor de varkenshouderij komt er een vrijwillige premieregeling voor gebruik van fosfaatarm voer. Dit moet in ieder geval 1 miljoen kilo fosfaat opleveren. Hiervoor wordt €1 miljoen uitgetrokken. Voor aanvullende fosfaatreductie langs deze weg is nog eens €4 miljoen beschikbaar. Voor 1 april komt de varkenssector in overleg met Nevedi met een regeling.

Einde POR-regeling

Daarnaast wil Van Dam de zogeheten POR-regeling na dit jaar niet verlengen. Deze gaf varkens- en pluimveehouders, die hun hele mestoverschot verwerken, de ruimte om hun veestapel uit te breiden met de helft minder dierrechten. Van Dam vindt dat niet meer kunnen in de huidige situatie. Deelnemers aan de regeling moeten voor hun overtallige vee in 2018 dierrechten aanschaffen. Het gaat in totaal om 1,6 miljoen kilo fosfaat, aldus het ministerie.

Zicht op derogatie 2018

Nederland moet maandelijks aan de Europese Commissie rapporteren of de voorgenomen fosfaatreductie wordt gerealiseerd. Als deze doelstelling wordt gehaald, is de Europese Commissie ook weer bereid om met Nederland in gesprek te gaan over een derogatie voor de periode vanaf 2018.

De staatssecretaris denkt dat het haalbaar is. Hij wijst op een ruime marge in de becijferingen. De maatregelen in de rundveehouderij leveren 8,2 miljoen kilo fosfaat op. Die in de varkenshouderij nog eens 1 miljoen. Er is volgens zijn laatste becijferingen 6,6 miljoen kilo nodig. Dat zou dus goed moeten gaan.

LTO blij met duidelijkheid

Kees Romijn, voorzitter van LTO Melkveehouderij, is positief dat er nu duidelijkheid is en dat er iets gaat gebeuren. “We praten nu niet meer over een plan en een idee, maar we gaan daadwerkelijk aan de slag.”

De onderhandelingen in Brussel waren niet eenvoudig. “Je merkt dat het aan de Europese Commissie bijna niet uit te leggen is dat we in Nederland met de sector afspraken kunnen maken en dat we daar dan ook met zijn allen achter gaan staan. Brussel wil liever alles vastleggen in een regeling. Liefst door de overheid zelf”, zegt Romijn.

Veel inhoudelijke veranderingen zijn er niet ten opzichte van het sectorplan. Het voerspoor en de stoppersregeling zijn inhoudelijk onveranderd gebleven. In het fosfaatreductieplan van de zuivelsector zijn wel wat wijzigingen. Romijn: “Ik heb vertrouwen in het plan. De melkveestapel is de afgelopen maanden al met 10.000 GVE gedaald en ik merk ook dat boeren er aan toe zijn om aan de slag te gaan.”

Fosfaatreductieplan bestaat uit drie sporen

Het maatregelenpakket, dat voorziet in een reductie van 8,2 miljoen kilo fosfaat, bestaat uit drie onderdelen.

 

  1. Het fosforgehalte in mengvoer wordt verlaagd waardoor ook het fosfaatgehalte in mest afneemt. Deze maatregel moet in 2017 leiden tot een daling van de fosfaatproductie met 1,7 miljoen kilogram. De maatregel wordt geheel door private partijen uitgevoerd. Wel bereidt staatssecretaris Van Dam een ministeriële regeling voor in het geval de maatregel in de eerste drie maanden minder dan 20% van de beoogde doelstelling heeft opgeleverd. Deze gaat dan per 15 mei in.
  2. Fosfaatreductie via de zuivelsector. Vanaf 1 maart wordt de melkveestapel stapsgewijs verkleind. Op bedrijfsniveau moet de veestapel worden teruggebracht tot het niveau van 2 juli 2015 minus 4% (niet-grondgebonden bedrijven), of het niveau van 2 juli 2015 voor grondgebonden bedrijven. Deze maatregel, die 4 miljoen kilo fosfaatreductie moet opleveren, wordt vastgelegd in een ministeriële regeling.
  3. Melkveehouders die in 2017 hun bedrijf beëindigen en al hun melkvee wegdoen, komen in aanmerking voor een premie. Hiervoor wordt een subsidieregeling opengesteld in meerdere tranches, te beginnen op 20 februari. De hoogte van de premie is degressief, omdat deelname aan een latere tranche een kortere leegstandsperiode betekent in 2017. Voor deze subsidieregeling is in totaal €50 miljoen beschikbaar, waarvan de helft door de zuivelsector wordt gefinancierd.