(14-2) Uitwerking van een vrijstellingsbepaling in het bestemmingsplan wel betrekken in planschade beoordeling
In een recente uitspraak Raad van State wordt nog weer eens bevestigd hoe bij een planvergelijking met een nog uit te werken bestemming in het oude planologische regime moet worden omgegaan. Bij de beoordeling van de mogelijkheden op grond van een nog uit te werken bestemming in het oude plan moet rekening worden gehouden met hetgeen ten tijde van de inwerkingtreding van het nieuwe planologische regime ‘naar reële verwachting’ de invulling van de uit te werken bestemming zou zijn geweest.
Een gemeente had een verzoek om tegemoetkoming in planschade afgewezen en zich daarbij gebaseerd op het advies van de SAOZ. De SAOZ had het planologische regime van het bestemmingsplan vergeleken met dat van het vrijstellingsbesluit en is daarbij uitgegaan van de maximale mogelijkheden van het bestemmingsplan inclusief de daarin opgenomen uitwerkingsregels. De rechtbank oordeelde echter dat het besluit niet op de adviezen van de SAOZ had mogen baseren, omdat bij de planvergelijking ten onrechte is uitgegaan van de maximale mogelijkheden van de in het bestemmingsplan opgenomen uitwerkingsregels. De Raad van State bevestigt deze uitspraak.
Concreet: bij het bepalen van planschade dient men bij het bepalen van de bestaande planologische status uit te gaan van het bestemmingsplan EXCLUSIEF de opgenomen wijzings- en vrijstelingsbevoegdheden in bestemmingsplannen.
Voor de gehele uitspraak: Uitspraak jan 2014 Uitwerkingsregels BP niet betrekken in bestaande planologische status