(27-7-2015) Aanscherping criteria Staatssteun bij minnelijke overeenkomsten met overheid

BRON: Nysingh advocaten en Notarissen:

STAATSSTEUN BIJ GRONDTRANSACTIE, AANKOOP TER VOORKOMING ONTEIGENING?

maandag 20 juli 2015
mr. E. Belhadj (Ekram), mr. B.S. ten Kate (Bas)
Rb Noord-Nederland 1 juli 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:3300

Onlangs heeft de rechtbank Noord-Nederland in een geschil tussen de onderneming Spaansen en de gemeente Harlingen (Gemeente) geoordeeld, op vordering van de Gemeente, dat de grondtransactie tussen deze partijen staatssteun oplevert. De afgesproken koopprijs werd als niet-marktconform beoordeeld, waarbij het betoog van Spaansen dat geen sprake was van steun omdat de prijs overeenkwam met een volledige schadeloosstelling om onteigening te voorkomen, werd afgewezen. Deze uitspraak laat zien dat het uitkeren van een volledige schadeloosstelling ter voorkoming van onteigening alleen dan geen steun oplevert, wanneer onteigening daadwerkelijk in het verschiet ligt als geen minnelijke overeenkomst wordt gesloten.

Wat was er aan de hand?
Spaansen was eigenaar van grond in Harlingen, waarop een aan Spaansen gelieerde vennootschap een vloerfabriek exploiteerde. In 2009 kocht de Gemeente de grond voor € 8,5 miljoen. De Gemeente zou eerst € 6,5 miljoen betalen. Het resterende bedrag zou worden betaald als genoemde fabriek werd verplaatst of een andere herinvestering in Harlingen zou plaatsvinden door Spaansen, met dien verstande dat vijf jaar na verkoop dit bedrag hoe dan ook zou worden betaald. Verder zou de Gemeente opdraaien voor de aanwezige bodemverontreiniging. In 2011 verzocht Spaansen om betaling van de resterende € 2 miljoen. De Gemeente weigerde dit te betalen.

Naar de rechter voor vaststellen staatssteun
De Gemeente stapte naar de rechter om te laten vaststellen dat de koopovereenkomst staatssteun oplevert. Wat de Gemeente betrof hoefde de overeenkomst dan niet nietig verklaard te worden, maar kon worden volstaan met terugbetaling van de onrechtmatig verleende steun en vaststelling dat het resterende bedrag van € 2 miljoen niet betaald hoefde te worden. Spaansen voerde uiteraard verweer. Opvallend is dat zij onder meer vorderde dat als de rechtbank zou vaststellen dat sprake was van staatssteun de Gemeente onder andere bevolen moest worden om, onder verbeurte van een dwangsom (€ 25.000,– per dag) de steun aan te melden bij de Commissie en Spaansen bij die hele procedure te betrekken.

Koopprijs niet-marktconform
Op basis van de volgende omstandigheden kwam de rechtbank tot de conclusie dat de prijs van € 8,5 miljoen niet-marktconform was:
– vanuit staatssteunoogpunt moet de vervuiler betalen en dat is hier niet de Gemeente;
– een private partij was eerder bereid slechts € 7 miljoen te betalen voor de gesaneerde grond;
– de waarde van de gesaneerde grond op basis van de enige taxatie die de rechtbank relevant acht, kwam uit op € 6.250.000,– miljoen (andere taxaties werden buiten beschouwing gelaten omdat de peildatum niet de datum van de koopovereenkomst was, of omdat geen rekening werd gehouden met sanering).
De steun is volgens de rechtbank dan ook € 2.250.000,– (koopprijs minus taxatiewaarde).

Aangezien aan de overige criteria voor het bestaan van staatssteun wordt voldaan is de conclusie: de grondtransactie levert staatssteun op.

Geen schadeloosstelling
Bijzonder is dat de rechtbank dan pas toetst of sprake was van dreigende voorzienbare onteigening, zoals Spaansen stelde. De rechtbank had dit eigenlijk moeten beoordelen bij de marktconformiteitstoets, aangezien het uitkeren van een schadeloosstelling ter voorkoming van onteigening geen staatssteun oplevert. De toets door de rechtbank komt erop neer dat onteigening in het geheel niet aan de orde was en dat de onderhandelingen over de koopprijs tussen Spaansen en Gemeente niet plaatsvonden tegen de achtergrond van een dreigende onteigening. Er was dus geen sprake van een minnelijke overeenkomst ter voorkoming van onteigening. Er was niet gebleken dat een mogelijke onteigening ook maar ergens genoemd werd in het traject rondom de aankoop (een taxatie van DLG waarin onteigening wel werd genoemd was geen onderdeel van de onderhandelingen, en dus niet relevant). De rechtbank verwijst hier ook naar de Nedalco-beschikking van de Europese Commissie waarin wel werd onderhandeld in het vooruitzicht van mogelijke onteigening.

Slotsom: geen aankoop ter voorkoming van onteigening aan de orde, en dus is sprake van staatssteun.

Gevolg
Krachtens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie moet de rechtbank de toestand van voor de steunverlening herstellen. Spaansen heeft in ieder geval geen recht op betaling van het resterende bedrag. Ten aanzien van het verdere gevolg van de vaststelling dat Spaansen onrechtmatige steun heeft ontvangen, geeft de rechtbank partijen de gelegenheid om zich nader uit te laten. Er zal namelijk bekeken moeten worden of de koopovereenkomst geheel of gedeeltelijk nietig is, met alle consequenties van dien.
Van belang om te vermelden is dat de vordering van Spaansen om de Gemeente te bevelen de steun aan te melden, (ook) is afgewezen gezien de werking van het staatssteunrecht.

Voor de praktijk
In deze uitspraak beroept de overheid zich op staatssteunregels om een eerder door haar gesloten overeenkomst in voor haar gunstige zin te wijzigen. Belangrijk aan deze uitspraak is het oordeel over het onteigeningsvraagstuk. Zoals gezegd levert het uitkeren van een volledige schadeloosstelling ter voorkoming van onteigening geen staatssteun op. De rechtbank hecht er terecht waarde aan dat bij zo’n aankoop wel aannemelijk moet zijn dat werkelijk onteigend wordt wanneer geen minnelijke overeenstemming bereikt zou kunnen worden. Dat betekent dat men zich niet pas achteraf kan beroepen op mogelijke onteigening, maar dat tijdens het proces van onderhandeling kenbaar moet zijn dat als geen minnelijke overeenkomst tot stand komt onteigening mogelijk aan de orde is. De overheid in kwestie zal zich daar dus tijdig over moeten uitspreken, maar dat betekent niet dat daar per se een formeel besluit over genomen moet zijn. Volstaan zou kunnen worden met het vaststellen en vastleggen in de koopovereenkomst dat deze het resultaat is van een minnelijk traject om onteigening te voorkomen en berust op een taxatie op basis de Onteigeningswet. In de overeenkomst of een ander document van de Gemeente moet ook naar voren komen welk algemeen belang gediend is met verplaatsing van de onderneming in kwestie.

Overigens is het uitkeren van een volledige schadeloosstelling vanuit staatssteunoogpunt niet alleen toegestaan als onteigening in het vizier komt, en gelet daarop een minnelijk traject gevolgd wordt. Ook in een beperkt aantal andere gevallen is volledige schadeloosstelling een optie, zonder in strijd te komen met de staatssteunregels. Een en ander speelde in deze uitspraak geen rol.